Bezoek van Hans Buijze aan de Ashram – november 2019

Een kort verslag

Voor de derde keer was ik langere tijd op de SKG Ashram. Een voorrecht en zo langzamerhand ook een verplichting.

Een voorrecht omdat het zo leerzaam is om hier langere tijd te zijn, met eigen ogen te zien hoe de ashramgemeenschap leeft en werkt, te zien hoe speciaal deze plek is, weer te ervaren hoe je opgenomen wordt in de gemeenschap en te zien hoezeer het leven in India verschilt van het leven in Nederland.Verplichtend omdat men uitziet naar je komst na de ervaringen van de vorige keer en hoge verwachtingen heeft over je inbreng.

De eerste week was ik hier samen met Reineke, mijn echtgenote, die hier ook al langere tijd was in 1999. Als een verloren dochter werd ze ontvangen. Reineke moest gaan werken en Rika Schut (een vriendin en gepensioneerd onderwijskundige) kwam.

Op de Ashramschool

Sindsdien waren we vooral bezig op school. Ons doel was om te werken aan de verbetering van de didactiek van het lesgeven. Indiase gewoonten als nadruk op memoriseren van lesstof in plaats van de lesstof te begrijpen, een strenge en afstandelijke benadering van leerlingen gecombineerd met een hoeveelheid lesstof die veel groter is dan in Nederland gevraagd wordt aan kinderen plus een heel competitief systeem van toelating tot vervolgopleidingen, dit mengsel van ingrediënten leidt op zijn zachtst gezegd tot een karikatuur van onderwijs zoals we dat gewend zijn. Onredelijke eisen, veel geschreeuw van docenten, veel gedreun van zinnen die uit het hoofd geleerd worden, veel slaafs gedrag van kinderen afgedwongen in een maatschappij die inmiddels zelf ook heel ontevreden is over dit onderwijs. De kranten staan vol van verhalen over de noodzaak om het curriculum te vernieuwen en kinderen op te leiden tot creatieve, kritische en goedwillende wereldburgers. Ook is er de wens het curriculum in te perken omdat de druk op kinderen onverantwoord hoog is met alle nare gevolgen van dien zoals zelfmoorden en kinderen die weglopen van huis omdat ze niet aan de verwachtingen kunnen voldoen. Verandering moet er ook komen omdat deze tijd andere kwalificaties van leerlingen vraagt dan vroeger. De stagnerende economie van India vraagt om meer flexibel denkende mensen.

In de dagelijkse praktijk tijdens ons bezoek bezochten we heel veel lessen. Steeds hielden we spiegels voor, schreven we rapportjes over wat we zagen en welke suggesties we hadden om het anders te doen. Bij eerdere bezoeken was men zeer tevreden met het resultaat. Verder bouwen daarop kon helaas niet want het lerarencorps was bijna geheel vernieuwd.

Het was leuk werk, maar ook zwaar ook af en toe. Vooral omdat je heel veel totaal niet begrijpt omdat men zeer slecht verstaanbaar Tamil- Engels spreekt (op een Engelstalige school). Maar met handen en voeten en heel veel goede wil, ook van de kant van de docenten, probeerden we steeds maar weer heel eenvoudige dingen aan de orde te stellen als: waarom kies je voor deze weg en niet voor een andere? Deze weg betekent dan nadruk op memoriseren en voor 100% klassikaal door de docent gestuurd onderwijs. Een andere weg betekent iets meer ruimte geven aan leerlingen, eerst de som laten maken en hem daarna pas uitleggen.

En had het effect? Dat zal moeten blijken in de toekomst. Waarom het eigenlijk gaat: dat je al je handelingen afmeet aan het effect dat deze handelingen hebben op het wel of niet leren van leerlingen. En dat is een niet eenvoudige boodschap. Immers, er zijn allerlei factoren die je op het spoor zetten om vooral maar niet na te denken over deze vraag: de methode die af moet, de examens die volgen, de brutale leerlingen, en wat al niet meer.

In en om de woonhuizen.

Ondertussen gebeurde er van alles op de ashram. Er zijn veel kinderen (143: een sterke groei sinds een jaar) en het huis dat gebruikt werd voor de staf is weer in gebruik voor de kinderen. De staf zelf is verhuisd naar het grote woonhuis achter op het terrein.

Er zijn veel wisselingen in het personeel en niet iedereen is even ervaren. Omdat veel kinderen ook nog niet gewend zijn leidt dat vaker dan in vorige jaren tot bezoekjes aan het stafhuis door huismoeders die met (meestal) een jongetje aan de hand raad vragen om verder te komen.

Verder is ieder uiterst vrolijk en soms vraag ik ook hoe de kinderen het vinden hier.

Unaniem zijn ze heel erg tevreden. Dankzij de ijzeren structuur van de dag met tijd voor eten, studeren, spelen, puja, wassen en de vele gezamenlijke activiteiten wordt een kind, denk ik, ook meegezogen in een positieve sfeer. Elke twee weken is er een gesprek van de pupil met een counselor en vier dagen in de week is er een verpleegster actief. De staf geeft wel aan dat de problematiek waarmee de kinderen binnenkomen zwaarder is dan vroeger: veel alcoholproblemen thuis, geweld, misbruik.

De toekomst: nog steeds zorgen.

Ik hoop dat de ashram het dankzij de steun van mensen in het westen en hopelijk ook van mensen uit India nog lang volhoudt. Dat is lang niet vanzelfsprekend, er zijn grote zorgen. Er zijn drie bronnen van inkomsten: de buitenlandse sponsoren (60%), de Indiase overheid (30%) en binnenlandse sponsoren (10%), de laatste meestal in de vorm van maaltijden en kleding. Het probleem ligt hem bij de overheid die heel onbetrouwbaar is wat betreft uitbetalen van beloofde vergoedingen (soms wordt een bedrag vanwege begrotingsproblemen ineens gekort), de dalende opbrengsten vanuit het buitenland en de maar niet stijgende opbrengsten uit het binnenland.

Tijdens mijn bezoek heeft de leiding van de ashram een nascholing gevolgd van SMILE (partner van Wilde Ganzen) om te werken aan binnenlandse fondsenwerving.

Ontroerend afscheid.

De laatste dagen van ons verblijf stonden natuurlijk in het teken van het afscheid. Niet iets bijzonders, ware het niet dat we een avond in de ashram meemaakten als nooit tevoren. Met zulke ontroerende optredens van kinderen, met zoveel warmte en zoveel enthousiasme dat ik het hier toch wilde vermelden. Dezelfde kinderen die er nog niet zo lang zijn of ruzie maken of het moeilijk hebben traden op voor elkaar, voor de leiding en voor ons met zo’n uitstraling dat iedereen er blij van zou worden. Ik schrijf dit op om nog een keer te benadrukken (en dat bleek ook in de cursus van SMILE) hoe uniek dit plekje is met zijn cottage-systeem (uniek in India) van een aantal kinderen in een huis onder leiding van een huismoeder en een kok.

Ook op school heerste grote tevredenheid die verder ging dan een obligaat dankwoord. Mooi om dit gedaan te kunnen hebben vanuit Nederland.

Published by